Onze sportlerares Annelies heeft een letterspel bedacht. Bij elke letter hoort een turnoefening.
Kies een naam. Dat mag een voornaam zijn of een familienaam of de naam van een heel lief vriendje. Schrijf die naam op een papiertje. Bij elke letter hoort een turnoefening. Alle turnoefeningen van de naam gedaan? Kies dan een nieuwe naam. Veel plezier!
Dit zijn de oefeningen
| A | Loop op handen en voeten rond de tafel. |
| B | Gooi een bolletje kousen (of een balletje) in een emmer of een mand. Doe dit vijf keer. |
| C | Hinkel tien tellen op één been. |
| D | Loop dertig stappen achteruit en loop snel terug. |
| E | Maak tien konijnensprongetjes. |
| F | Kruip op handen en knieën rond de zetel. |
| G | Ga op een stoel staan en roep ”Ik ben geweldig!” |
| H | Ga op je rug liggen en maak een bolletje. Schommel tien keer heen en weer. |
| I | Loop twintig tellen op je tenen. |
| J | Spring tien keer zo hoog mogelijk omhoog. |
| K | Ga op je rug liggen en spreid je armen en je benen. Zwaai tien keer je armen en benen open en weer toe. |
| L | Vijf keer op de grond gaan zitten en terug rechtstaan. |
| M | Kruip vijf keer over de zetel. |
| N | Drink een glaasje water. |
| O | Gooi achteruit tussen je benen een bolletje kousen tegen de kast. |
| P | Loop naar je bed en geef je lievelingsknuffel drie dikke kussen. |
| Q | Tien tellen knieën heffen. |
| R | Op blote voeten. Neem met je tenen een kous op en leg ze in een emmer. Doe dat vijf keer. |
| S | Schud twintig keer met je achterste. |
| T | Leg een kussen op je hoofd en loop rond de tafel zonder dat het kussen valt. |
| U | Buig vijftien keer door je benen. |
| V | Hinkel naar het toilet, tik het toilet aan en loop terug. |
| W | Kruip drie keer over de tafel. |
| X | Ga op ellebogen en voeten staan ("plank") en blijf zo vijftien tellen staan. |
| Y | Maak tien kikkersprongetjes. |
| Z | Ga op je rug liggen met je benen gestrekt in de lucht. Duw jezelf op zodat je achterste van de grond komt ("kaars"). |