Voordat er een diagnose gesteld wordt, is er een periode waarin symptomen voorkomen die wijzen op mogelijke dementie. Dit noemen we de niet – pluis fase. Mensen kunnen niet op een woord komen, of vergeten een naam.
Er kan sprake zijn van minder initiatief nemen, voorwerpen worden verloren gelegd. Of een naaste ziet dat het gedrag verandert, maar kan er de vinger niet opleggen. De persoon en/of de naaste(n) van de persoon vragen zich af wat er aan de hand is? Deze terugkerende gedragsveranderingen duiden soms op beginnende dementie, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben.
Geheugenproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. Ze hoeven niet altijd ernstig te zijn. Vaak gaat het om een normaal verouderingsverschijnsel.
Soms kunnen lichamelijke aandoeningen, een depressie of psychische problemen zich uiten als geheugenstoornissen. Soms kunnen geheugenproblemen een teken zijn van een beginnend dementieproces. Door in een vroeg stadium een verklaring te vinden voor de klachten, kan een snelle behandeling van de onderliggende oorzaken worden opgestart.
Bij ongerustheid over een vermoeden van dementie, neem je best de huisarts in vertrouwen. De huisarts kan indien nodig doorverwijzen naar de geheugenkliniek: Geheugenkliniek – AZ Sint Dimpna (Geel)
Neem ook hier eens een kijkje: