De eerste eikenprocessierupsen kruipen gewoonlijk in april uit hun eitjes. Meestal krijgen de eerste rupsen dan halverwege mei brandharen. Dit jaar zal dat later zijn, want de natte zomers en winters remmen de ontwikkeling van nesten van eikenprocessierupsen. De stad volgt de ontwikkeling van de processierupsen nauwgezet op en kreeg tot nog toe slechts één melding binnen.
Dit jaar werd ervoor gekozen om preventief een ronde te doen langs gekende locaties, zoals begraafplaatsen, scholen, sportverenigingen en fietsverbindingen ... Zo konden al 44 nesten doorgegeven worden. Ondertussen is de aannemer bezig om alle nesten te verwijderen. Als deze aanpak een succes blijkt en de plaagdruk in het seizoen lager houdt, dan doen we dat volgend jaar opnieuw.
Natuurlijke vijanden
Op het openbaar domein doet de stad aan preventieve bestrijding. Zoals het aantrekken van natuurlijke vijanden; hiervoor worden mezennestkastjes opgehangen en bloemrijke bermen en graslanden ontwikkeld. Mezen eten de lekkere rupsen op en sluipvliegen in de bermen parasiteren rupsen tot deze sterven.
Speciale stofzuiger
Heb je toch eikenprocessierupsen op openbaar domein gezien, meld dit dan hier. Op privéterrein onderneemt de stad geen actie. Elke melding wordt nagekeken door de stad. Indien nodig brengt ze signalisatielinten aan op de aangetaste bomen. Ze gebruiken nooit biociden om rupsen te bestrijden, een aannemer zuigt hen op met een speciale stofzuiger.
Lees hier meer over de aanpak van de stad en wat je zelf kunt doen. Met de gezamenlijke inspanningen van de inwoners en het stadsbestuur kunnen we de plaagdruk binnen de perken houden.