Onderhoud van grachten

Grachten vormen een open afvoer- en infiltratiesysteem voor water. Ze bevatten meer bergruimte dan (riool)buizen, waardoor plotse, grote hoeveelheden regenwater beter worden opgevangen en tijdelijk worden bijgehouden. Zo daalt het risico op overstromingen.

Open grachten laten ook infiltratie van water in de bodem toe. Daarom is het belangrijk om grachten niet dicht te laten groeien en zo weinig mogelijk in te buizen.

Wat moet ik als eigenaar doen als mijn perceel grenst aan een gracht? 

  • Grachten langs invalswegen of straten behoren niet tot privaat eigendom. De stad, provincie, het gewest of de polder beheren en onderhouden deze baangrachten. U moet als eigenaar in dit geval zelf niets doen. Er zijn ook achterliggende grachten die door de provincie of Vlaamse Milieumaatschappij worden onderhouden. Een overzicht daarvan vindt u op de website van de provincie. Op deze pagina staat ook een meldpunt bij vragen of problemen over deze waterlopen. 
  • Als er een gracht over uw eigendom loopt, dan moet u die wel zelf proper houden. Ligt de gracht tussen twee percelen in, dan zijn beide eigenaars (aangelanden) verantwoordelijk. Zorg er dus voor dat de private gracht goed onderhouden blijft.
  • Deze opdeling wordt ook aangehouden voor vergunde betuinde grachten en inbuizingen.

Tips voor eigenaars die zelf een gracht moeten onderhouden:

  • Maai de planten op de oevers na 15 juni en liefst zelfs na 15 september. U doet dit best met een zeis of bosmaaier, tot op een hoogte van 10 cm boven de grond. Voer indien mogelijk het maaisel af en composteer het. Dan zullen er op termijn meer soorten groeien langs de gracht en is de gracht beter bestand tegen inkalven.
  • Ruim de planten in de gracht om verlanding (het verdwijnen van de gracht) tegen te gaan. Dat doet u best in het najaar (na 15 september, maar voor de vorst) en volgens een beurtrol: verdeel de gracht in twee of drie delen en pak elk jaar een ander deel aan. Voer het onderhoud uit met de hand en probeer 20 cm van de bodem af te blijven zodat bodem en wortels niet worden aangetast.
  • Gebruik zeker geen pesticiden om de grachten te onderhouden. Veel pesticiden zijn giftig en kunnen bijvoorbeeld bijen en andere bestuivers doden, wat leidt tot verstoring van het ecosysteem en verminderde gewasopbrengsten. Bovendien kunnen sommige pesticiden worden opgenomen door planten en dieren en uiteindelijk in ons voedsel terechtkomen.
  • Als de gracht dichtslibt, moet het slib geruimd worden. Als het slib van goede kwaliteit is, kunt u het in de tuin gebruiken. Als u het slib naast de gracht laat liggen, gaan brandnetels overwoekeren en zal het inkalven toenemen.

Mag ik zelf een gracht inbuizen of betuinen? 

Het inbuizen en betuinen (verstevigen) van een gracht mag niet zonder voorgaande vergunning. Een vergunning voor een overwelving die toegang geeft van het perceel naar de openbare weg moet u aanvragen bij de stad

Voor het geheel of gedeeltelijk dempen van een gracht om een andere reden dan om toegang te verkrijgen tot een perceel moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden.

Wat doet de stad om de baangrachten te onderhouden?

Als er zich slib, vuil of overmatige plantengroei bevindt in de baangrachten, ontstaat er een slechte afwatering. Grachten gaan door dit slib ook stinken en ongedierte aantrekken. Dit kan voorkomen worden door het maaien van de bermen en het ruimen van de baangrachten. Daarom zet de stad actief in op deze preventieve maatregelen:

  • De helling van de grachten wordt twee keer per jaar gemaaid, op enkel uitzonderingen na. Een overzicht van de maairondes vindt u in dit overzicht.
  • In een cyclus van zes jaar worden alle baangrachten in Geel geruimd met een speciale machine. Het overzicht van deze baangrachten vindt u in dit overzicht.

Stelt er zich alsnog een acuut probleem? Dan kunt u dit steeds melden

Meer info

  • De provincie Antwerpen heeft een webpagina met meer informatie voor mensen die wonen of werken langs een waterloop. U vindt er ook een infobrochure. 
  • Hieronder ziet u in een filmpje hoe de baangrachten in een cyclus van zes jaar geruimd worden.